next up previous
Next: Het huwelijk Up: Zedelijkheid Previous: Schaamte

Overspel en Jaloezie

Zonder twijvel de meest destructieve uiting van zedelijkheid is de leefregel die stelt dat een mens er maar één sexuele partner tegelijk op na mag houden, met de bijbehorende gevoelens van jaloezie waneer een partner zich niet aan deze regel houdt. Sexuele jaloezie gif is een uiterst curieuse emotie. Het treed op waneer de verdenking ontstaat dat de partner sexueel contact onderhoudt, of onderhield, met een ander, of daar zin in heeft, of had. Het is logisch dat iemand verdrietig is waneer hij iets verliest. Maar jaloezie treed ook op als er geen dreiging bestaat dat de jaloerse partner er slechter van wordt.

U vraagt zich natuurlijk af hoe iemand gekwetst kan worden door iets waar hij niet slechter van wordt, en waarmee anderen zelfs beter af zijn. Ik denk dat het officiële antwoord te maken heeft met misplaatste ijdelheid. De jaloerse partner gaat er van uit dat zijn persoonlijke eigenschappen, althans waar het de bevrediging van zijn wederhelft betreft, zo superieur zijn aan die van rest van de mensheid, dat zijn partner geen enkele behoefte aan anderen kan hebben. Waneer die theorie door de praktijk gelogenstraft wordt, is zijn ego gekrenkt.

Indien dit inderdaad de oorzaak is, zou het verlangen van de wederhelft naar een derde even erg moeten zijn als de daad. Een echtgenoot die vanwege een sterke morele inslag de verleiding weet te weerstaan, is evenzeer een tegenvoorbeeld voor de superioriteit van de partner als een echtgenoot die bezwijkt onder de lusten van het vlees, en bovendien een huigelaar. Onder een stricte toepassing van deze theorie is het dus geenzins prijzenswaardig de verleiding tot overspel te weerstaan, tenzij huigelarij ook als een verdienste wordt gezien.

Iemand die aan jaloezie lijdt zou kunnen aanvoeren dat jaloezie een irrationele en betreurenswaardige emotie is, maar één waarmee de natuur ons opgescheept heeft, en waarmee we hebben te leren leven. De leefregel zich tot één partner te beperken is dan een rationele manier om met jaloezie om te gaan.

Gezien de vele relaties die door jaloezie verwoest worden, en de manisfeste aanwezigheid in veel partners van lust naar derden, kan zo'n rationalisatie alleen serious genomen worden als ze gepaard gaat met de erkenning dat jaloezie inderdaad een betreurenswaardig verschijnsel is. Maar waneer iemand dit eenmaal erkend, verliest hij naar mijn verwachting zijn neiging tot jaloezie vanzelf. Ik geloof namelijk niet dat de mensheid opgescheept is met onvermijdelijke sociale instincten die het leven alleen maar rottig maken. Jaloezie is net als schaamte een cultureel verschijnsel, aangepraat door de medemens. Ik pleit er dan ook voor deze emotie kritich te overdenken, zomogelijk te onderdrukken, en te overwegen de leefregel zich tot één sexuele partner te beperken op te zeggen, of tenminste niet op uw partners van toepassing te verklaren.

Zodra jaloezie als beweegreden is verdwenen, reist de vraag of ,,overspel'' misschien om andere redenen is te betreuren. Een van die redenen is dat als de partner P van betrokkene B er een ander op na houdt, dit zou impliceren dat er iets schort aan P's relatie met B. In het algemeen lijkt me dit een verkeerde conclusie. Het kan bijvoorbeeld goed zijn dat P meer sex verkiest dan hij of zij krijgt, of gewoon voor de verandering iets anders wil. Net als dat je wel eens ergens anders uit eten wilt. De meeste mensen hebben sexuele fantasiën van sex met anderen dan hun vaste partner. Dit impliceert geen tekortkoming in de relatie met die partner, en het uitleven van die fantasiën in de realiteit doet dit daarom ook niet.

Het kan natuurlijk wel voorkomen dat de relatie van P met een ander gepaard gaat met verminderde interesse (sexueel of anderzins) in B. In zo'n geval is de conclusie dat er iets schort aan de relatie tussen P en B wel zinnig. De oplossing ligt dan in de verbetering van die relatie; niet in de bestrijding van symptomen zoals overspel.

Een tweede reden om relaties van partner P met derden D te betreuren, is dat zo'n relatie wel eens beter zou kunnen uitpakken dan de oorspronkelijke relatie van P met B. Dit zou dan kunnen leiden tot een verbreking van de laatste.

Het eerste wat ik hier tegen in kan brengen is dat zelfs als de relatie van P met D beter uitpakt dan de relatie van P met B, dit niet hoeft te leiden tot verbreking van de relatie met B. Stel dat P boswandelingen in het algemeen leuker vindt dan kaartspelletjes, dan volgt toch ook niet dat P nooit meer kaart speelt. Die conclusie is alleen dan gerechtvaardigt waneer P nooit enig plezier aan kaartspelletjes zou beleven, of waneer P ten alle tijden en onder alle omstandigheden een boswandeling verkiest boven een kaartspelletje, en er bovendien altijd een bos voorhanden is. Dus, zolang B nog iets te bieden heeft dat D niet in zich heeft (of als D vaak onbeschikbaar is) kan de relatie met B gewoon voortduren. De voornaamste reden dat een relatie van P met D de oorspronkelijke relatie van P met B verbreekt, is de zedelijke notie dat P er maar één relatie tegelijk op mag nahouden, en daarom een keuze moet maken tussen B en D. Zodra we inzien dat dit een verwerpelijk idee is kunnen de relaties met B en D vrolijk naast elkaar bestaan. Indien de relatie tussen B en P bevredigend was vóór de ontmoeting van P met D, lijkt het me redelijk te veronderstellen dat deze relatie eveneens bevredigend zal blijven nadien.

Blijft over het geval dat de relatie met B voor P geen waarde heeft naast de relatie met D. Vaak zal dit zijn omdat de relatie van B en P zoiezo geen waarde heeft voor P. In dat geval had de relatie met B ook kunnen sneuvelen zonder tussenkomst van D. Maar ook als de relatie met B haar waarde verliest vanwege de betere relatie met D, lijkt het me niet gerechtvaardigd P een relatie met D te ontzeggen om daardoor de relatie met B waardevol te laten blijven. P doet er namelijk het beste aan zo goed mogelijk te leven, en is er bij gebaat optimale levenspartners uit te kiezen. Natuurlijk is B is er vaak niet bij gebaat als P er met D vandoor gaat, maar als B echt van P houdt zal deze toch blij moeten zijn als P een meer bevredigende partner krijgt. De vraag die hier aan de orde is is echter niet of de relatie met D gerechtvaardigd is, maar of P, eventueel naast een relatie met D, de potentieel waardeloze relatie met B moet laten voortduren. Indien P en B een belangrijk gemeenschappelijk project hebben af te maken, zoals het opvoeden van kinderen, is er veel voor te zeggen de relatie tussen P en B te laten voorduren. In dat geval is de relatie echter niet waardeloos; het gemeenschappelijk project geeft de relatie waarde. Maar ook in dit geval lijkt het me niet juist P een aanvullende relatie met D te ontzeggen.

Een derde argument tenslotte is dat de tijd die P met D doorbrengt ten koste gaat van de tijd die P aan B besteed. Als dit voor B echt een argument is, zou deze redenering ook van toepassing moeten zijn op tijd die P zonder B met andere activiteiten doorbrengt, zoals het wekelijks kaartavondje of de breiclub. Maar vaak vindt B het juist prettig om eens een poosje zonder P door te brengen, en wordt het kaartavondje danwel de breiclub niet als overspel aangemerkt. Sexuele uitspattingen zouden dan eveneens niet zo moeten worden gezien.

Indien de relatie met D erg intensief wordt in vergelijking met de relate tussen P en B, of indien P er veel relaties tegelijk op na houdt, kan het natuurlijk wel zijn dat er voor B erg weinig tijd overblijft. Hier voer ik dan weer aan dat als dit voor P het beste is, B daar dan maar vrede mee moet hebben. Uiteraard doet B, ingeval de relatie met P erg verwatert, er beter aan naar een alternatieve of aanvullende relatie uit te zien. De beste omstandigheid is natuurlijk dat B en D elkaar ook wel liggen; in dat geval is er ruimte voor een leuke driehoeksrelatie, waarin de gevoelens niet gedeeld, maar vermenigvuldigd worden.

Ik concludeer daarom dat er niets mis is met meervoudige, gelijktijdige sexuele of amoreuze relaties. Integendeel, deze kunnen inspirerend werken en elkaar versterken. Wel ben ik erg tegen contractbreuk en bedrog; als twee mensen zo dom zijn een dogmatisch monogame relatie met elkaar aan te gaan is het immoreel om er heimelijk aanvullende relaties op na te houden.



next up previous
Next: Het huwelijk Up: Zedelijkheid Previous: Schaamte

Rob van Glabbeek